Bedrijven-index
Aandrijvingen


A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z
Gemeente Baarle-Nassau

Baarle-Nassau (Brabants: Baol) is een Nederlandse gemeente in de provincie Noord-Brabant, ongeveer 15 kilometer ten zuiden van Tilburg. De gemeente telt 6.612 inwoners en heeft een oppervlakte van 76,36 km² (waarvan 0,02 km² water). In 2006 hadden 174 inwoners van Baarle-Nassau de Belgische nationaliteit.

Baarle-Nassau vormt samen met de Belgische gemeente Baarle-Hertog het Kempense dorp Baarle. Het grondgebied van beide gemeenten loopt met name in de kern van Baarle flink door elkaar. Er zijn 22 exclaves van Baarle-Hertog in Baarle-Nassau en acht exclaves van Baarle-Nassau in Baarle-Hertog. Een aantal van deze Nederlandse exclaves vormt weer enclaves binnen de Belgische enclaves in Nederland (counterenclaves of enclaves van de tweede orde, vergelijkbaar met Nahwa en een 28-tal van de Cooch Beharenclaves).

Baarle-Nassau had vroeger twee stations welke onderdeel uitmaakten van het Bels lijntje. Een in het dorp zelf en een bij het gehucht Baarle-Nassau Grens.

Geschiedenis

In 1403 trouwt de Duitse graaf Engelbrecht I van Nassau met Johanna van Polanen, de dochter van de Heer van Breda Jan III van Polanen. Naar toenmalig recht werd hij Heer van Breda. Met hem komt de naam van Nassau niet alleen terecht in het Nederlands Koningshuis, maar ook wordt de naam gegeven aan de Nederlandse gebieden van Baarle. Al het Baarle grondgebied buiten de Hertogse enclaves behoren sinds die tijd bij Baarle-Nassau.

Tal van archeologische vondsten bewijzen dat de omgeving van Baarle al een lange bewoningsgeschiedenis heeft. Zo werd in 1842 op de Bedafse Heide een Germaanse begraafplaats gevonden, en op de Molenheide een Frankische begraafplaats. Ook een bronzen strijdbijl werd aangetroffen, en in de buurtschap Tommel (de naam is afkomstig van het Romeinse Tumulus of grafheuvel) werd een urn opgegraven.

Uit archeologisch onderzoek in 1950 bij de Sint-Salvatorkapel is gebleken, dat er sinds de 8e eeuw op die plek ook al een kapel moet hebben gestaan. Dit was de tijd van Willibrord. Hij en zijn volgelingen bouwden hun kapellen bij voorkeur op oude heilige plaatsen. De eerste vermelding van Baarle dateert uit 992. De Gravin van Strijen, Hilsondis, had toen grote delen van het huidige West-Brabant in bezit. Samen met haar man Ansfried stichtte zij in Thorn de Abdij van Thorn. Om het klooster van inkomsten te voorzien, schonk Hilsondis haar bezittingen aan de abdij. De schenking van haar Baarlese bezittingen staat vermeld in een kopie van een akte waarvan het origineel zou dateren uit 992. De originele akte is echter verloren gegaan en de kopie zou op een vervalsing berusten.

Nabij de huidige Baarlese buurtschap Loveren kwamen vanouds een aantal belangrijke verbindingswegen bij elkaar, die mogelijk al in de Romeinse tijd zijn aangelegd. Het gaat om de weg Turnhout-Breda, de weg Nijmegen-Antwerpen (via Alphen en Castelré), en de weg Maastricht-Domburg.

Ten oosten ontstond langs de Maastrichtse baan in het gebied waar de Lei ontspringt, het gehucht Bedaf, het huidige Groot-Bedaf. Ten oosten van de weg van Turnhout over Tommel naar Loveren ontstonden de gehuchten Reth en Schaluinen. Aan de weg naar Weelde ontstonden Nijhoven, Keizershoek en Veldbraak. Meer naar het zuiden ontstonden de gehuchten Gorpeind en Ginhoven. Aan de weg naar Hoogstraten lagen ten oosten van de weg de gehuchten Eikelenbosch en Heesboom. Ten westen van deze weg lag de Heerlijkheid Reuth.

Loveren was aanvankelijk de belangrijkste buurtschap, omdat de wegen daar elkaar kruisten en er ook een plaetse bestond: het driehoekige plein dat kenmerkend is voor veel Brabantse buurtschappen. De straten bij de Sint-Remigiuskerk waren nog spaarzaam bebouwd, zo blijkt uit een oorkonde uit 1429.

Op het einde van de 12e eeuw ontstond er een grensconflict tussen Hertog Hendrik I van Brabant en Graaf Dirk VII van Holland. De laatste wilde zijn invloed naar het zuiden uitbreiden, terwijl Hendrik I liever een buffer tussen zijn hertogdom en het expansieve graafschap Holland wenste. Aldus sloot de hertog een bondgenootschap met de Heer van Breda, Godfried II van Schoten. Deze werd uiteindelijk, in 1198, leenman van de hertog, maar kon in ruil daarvoor een groot stuk land aan zijn bezit toevoegen, waarin een aantal enclaves lagen die aan de Abdij van Thorn of de hertog toebehoorden. Een dergelijk patroon was in die tijd niet ongebruikelijk. In de buurt van Baarle is de grens echter nimmer gecorrigeerd, ook niet toen in 1648 de grens tussen de Spaanse en de Staatse gebieden werd vastgesteld, en al evenmin toen België zich in 1830 losmaakte van Nederland.

De enclaves speelden niet alleen staatkundig maar ook religieus een rol. Het was Amalia van Solms, de vrouw van Frederik Hendrik, die opkwam voor het behoud van de enclaves, zodat de Baarlese katholieken ook na de Vrede van Münster, in 1648, hun geloof konden uitoefenen. De Sint-Remigiuskerk bevond zich immers op het grondgebied van de Spaanse Nederlanden. Door dit alles is te verklaren, dat het centrum van Baarle, één grote en veel dicht bijeen liggende kleine enclaves te vinden zijn. De wat op afstand gesitueerde enclaves komen voort uit eenzaam gelegen akkertjes of boerderijtjes, of velden waar turf werd gewonnen in een moerassig gebied. In 1995 zijn de enclavegrenzen Rijksgrenzen geworden, die voorgoed zijn vastgesteld.

In 1661 werd bij de Raad van State van de Republiek een klacht ingediend. De regenten van Weelde en Poppel beletten de inwoners van het gehucht Groot-Bedaf het vrije gebruik van de vroente. Hierbij kregen ze de steun van de Raad van de Zuidelijke Nederlanden. Hierop liet de Raad van State een onderzoek instellen naar de grenzen tussen het Land van Turnhout en Baarle-Nassau, dat bij de Baronie van Breda behoorde. In 1667 werden de grenzen voor het eerst opgetekend. Er werden 30 enclaves onderscheiden: 22 van Baarle-Hertog, en acht van Baarle-Nassau, waarvan zeven binnen de enclaves van Baarle-Hertog en de achtste bij het gehucht Ginhoven.

Na de Franse Revolutie vielen in 1792 troepen van de Franse Republiek de Zuidelijke Nederlanden binnen. In Brabant werden bevelen gegeven door de Raad van Brabant om de veiligheid van de wegen te waarborgen om ongewenste personen te weren. De gemeente Baarle-Hertog stelde een gewapende patrouille aan. Deze patrouille marcheerde ook over de wegen van Baarle-Nassau. De bestuurders van Baarle-Nassau dienden hierop een klacht in bij de Raad en Rekenkamer van Brabant.

Vanuit Hoogstraten vielen de Fransen de Baronie binnen. Breda werd snel veroverd, de Hollandse stad Geertruidenberg volgde snel en werd geplunderd. Een detachement bereikte via Merksplas de heide bij Castelré. Bij Baarle-Brug werd een kamp opgeslagen. De legereenheden waren, zoals toen gebruikelijk, aangewezen op de lokale bevolking van onder andere Castelré en Merksplas. Het vee, graan en voer voor de paarden moest worden afgestaan. Nadat de troepen waren bevoorraad gingen ze via Heesboom en ten westen van Loveren en Baarle naar Boschoven om vanuit daar naar Tilburg op te trekken. De naam Franse Baan van de weg bij Boschoven herinnert nog aan deze operatie. De inwoners van gehuchten als Castelré, Heesboom en Reuth waren aangewezen op de steun van het dorpsbestuur om hun veestapel te herstellen.

In 1908 vestigden zich vanuit België de Broeders van De La Salle in Baarle. Daar werd een pensionaat en een school gesticht. In 1987 waren zij weer vertrokken.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het grootste deel van België door de Duitsers bezet en hermetisch van Nederland afgescheiden door een hoogspanningsraster. De Duitsers durfden het echter niet aan om de enclaves binnen te trekken, aangezien deze binnen Nederlands grondgebied lagen en Duitse troepen zich dan door het neutrale Nederland moesten begeven. Aldus bleef de Belgische post en telegraaf werkzaam buiten Duitse controle om.

Na de Tweede Wereldoorlog, en vooral sedert het einde van de 20e eeuw, zijn de Belgische en Nederlandse diensten steeds meer gaan samenwerken. Een aantal zaken zijn gescheiden, andere zijn samengevoegd of in hetzelfde gebouw gevestigd, zoals in 1997 de politiekorpsen. Ook hebben de gemeenten Baarle-Hertog en Baarle-Nassau nu een gemeenschappelijke website.

Gemeentelijke Herindeling

De herindelingsperikelen voor Baarle-Nassau beginnen te spelen in 1991. Vanwege de aanstormende gemeentelijke herindeling in de provincie Noord-Brabant nemen de gemeenten Alphen en Riel, Baarle-Nassau, Chaam en Nieuw-Ginneken in 1991 het initiatief om een onderzoek te laten instellen naar de mogelijkheden om samen één grote, groene gemeente te vormen. Nadat de rapporten zijn verschenen, haakt Baarle-Nassau af en komt met het voorstel om te komen tot een ABC-variant bestaande uit Alphen en Riel, Baarle-Nassau en Chaam, dus zonder de gemeente Nieuw Ginneken.

Als in de raadsvergadering van januari 1992 het voorstel van B en W in het kader van gemeentelijke herindeling voor de ABC-variant (samensmelting van Alphen, Baarle-Nassau en Chaam) ter stemming komt, blijkt er voor geen enkele variant een meerderheid haalbaar. B en W trekken hun voorstel in en men zal moeten afwachten hoe de commissie Schampers dit gebied gaat herindelen.

Als in mei 1992 de plannen bekend worden voor de herindeling van Midden-Brabant wordt tot ieders verrassing ook het gebied Baarle-Nassau hierin zijdelings betrokken, hoewel het feitelijk behoort tot West-Brabant. De commissie Schampers stelt voor om de gemeente Alphen en Riel te splitsen. Riel gaat naar Goirle en Alphen zal samen met Baarle-Nassau en Chaam een nieuwe gemeente vormen.

Op 30 juni 1992 presenteert de 'Werkgroep tot behoud van een zelfstandige gemeente Baarle-Nassau' haar eindrapport aan de beide burgemeesters van Baarle. De werkgroep is van mening dat Baarle-Nassau zelfstandig moet blijven gezien de nauwe samenhang op allerlei vlakken met Baarle-Hertog.

Op 15 februari 1993 suggereert Jan Houben, voorzitter van de CDA-statenfractie in Noord-Brabant, tijdens een voorlichtingsavond over de gemeentelijke herindeling in het Stadsgewest Breda, dat de enclavesituatie in Baarle het best opgeheven kan worden zodat straks één Baarle kan toetreden tot de Grote Groene Gemeente.

Op 24 maart 1993 herhaalt Houben van het CDA zijn stelling over het opheffen van de enclavesituatie voor de camera's van RTL4. Hij doet het zelfs af als een stukje folklore dat de herindeling in de weg staat. Met name burgemeester Fons Cornelissen van Baarle-Hertog reageert fel op de uitlatingen van Jan Houben. Hij verwijt deze zelfs bestuurlijke onbekwaamheid. Cornelissen mobiliseert onmiddellijk de gedeputeerden van de provincie Antwerpen. Deze beleggen een extra vergadering op 26 maart. Fons Cornelissen treedt met zijn felle actie in de voetsporen van een van zijn illustere voorgangers, burgemeester Pieter van Gilse die in 1892 strijd leverde om de enclaves.

Naar aanleiding van de RTL4-uitzending besluiten acht ex-VN-militairen die op 29 maart 1993 uit Bosnië-Herzegovina terugkeerden om op 1 april 1993 een ludieke actie te houden in Baarle-Hertog. Zij richten op de Singel tussen de kerk en huis Bax een VN-checkpoint in, compleet met acht blauwhelmen en twee VN-vlaggen. Zij controleren daarbij de Nederlandse auto's die Baarle-Hertog binnenrijden. De Nederlanders mogen doorrijden als ze beloven geen acties te ondernemen die kunnen leiden tot annexatie van Baarle-Hertog door Nederland.

Op 9 april 1993 maken Gedeputeerde Staten hun eerste voorstel tot gemeentelijke herindeling binnen het Stadsgewest Breda bekend. GS is voorstander van de vorming van een 'Grote Groene Gemeente' met de naam Baarle-Nassau. Die nieuwe gemeente zal bestaan uit de kernen Alphen, Ulvenhout, Galder en Strijbeek en de gemeenten Baarle-Nassau en Chaam. Toenmalig burgemeester Hendrikx van Baarle-Nassau is niet te spreken over het plan. Hij wil dat Baarle-Nassau zelfstandig blijft. Ook burgemeester Cornelissen van Baarle-Hertog is voor zelfstandigheid van Baarle-Nassau om het eigene van Baarle in een geheel te bewaren.

Op 8 juli 1993 maken Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hun definitieve voorstel betreffende de herindeling van het Stadsgewest Breda bekend. Tot ieders verrassing rolt er nu een nieuwe gemeente Baarle-Nassau uit die bestaat uit de gemeenten Baarle-Nassau en Chaam en uit de kernen Alphen, Galder en Strijbeek. Ulvenhout en Bavel gaan niet zoals de voorstanders van de Grote Groene Gemeente hebben gedacht naar Baarle-Nassau, maar worden bij de stad Breda gevoegd. De nieuwe gemeente Baarle-Nassau zal 14.800 inwoners gaan tellen.

Het voorstel van GS zal gedurende vier maanden ter inzage liggen en daarna zal het met de commentaren toegezonden worden aan de Provinciale Raad van Noord-Brabant, die er in mei 1994 over zal stemmen. Daarna is het aan de Tweede en de Eerste Kamer om zich over de herindelingsplannen voor het Stadsgewest Breda te buigen. Op zijn vroegst zal in januari 1996 de nieuwe gemeente Baarle-Nassau van start kunnen gaan. Wel ligt het in de bedoeling om vooruitlopend hierop de 'oude' gemeenten Baarle-Nassau en Chaam al per 1 januari 1994 uit het Stadsgewest Breda te halen toe te voegen aan het Samenwerkingsverband Midden-Brabant.

In 1996 worden door de activisten in Baarle de laatste trucs toegepast om te zorgen dat Baarle-Nassau vanwege de samenwerking met Baarle-Hertog, Baarle-Nassau zelfstandig te laten. Er is zelfs een regionale bijeenkomst in de slotjes in Oosterhout waarbij gouverneur Camille Paulus van de provincie Antwerpen een vurig pleidooi houdt tijdens een diner voor belangrijke beslissers in de Tweede Kamer. Hij refereert daarbij omstandig aan het feit dat Baarle-Hertog om dezelfde redenen buiten de gemeentelijke herindeling in België is gehouden. Het effect van zijn pleidooi wordt snel zichtbaar als de Tweede Kamer over de herindeling wordt besproken. De meeste Tweede Kamerfracties kiezen voor zelfstandigheid van Baarle-Nassau, zo blijkt later.

De Tweede Kamer in Nederland beslist in 1996 om Baarle-Nassau zelfstandig te laten en dus buiten het herindelingsproces in Noord-Brabant te houden. Er werd wel de voorwaarde gesteld dat de beide Baarles hun onderlinge samenwerking meer structuur zouden geven en wel onder de vlag van de Benelux-overeenkomst.

In Baarle wordt door secretaris-generaal B. Hennekam van de Benelux Economische Unie (BEU) het 'Gemeenschappelijk Orgaan Baarle' (GOB) officieel geïnstalleerd. Het nieuwe orgaan is het uitvloeisel van de eisen die de Tweede Kamer stelde aan een meer gestructureerde samenwerking tussen de beide Baarles. In het GOB vergaderen de beide colleges op regelmatige basis (het GOB-klein) en vergaderen minstens driemaal per jaar ook beide raden samengebracht in het GOB-plenair over zaken van gemeenschappelijk belang.

Informatie
BurgemeesterMevr. Marjon de Hoon-Veelenturf
AdresSingel 1, 5111CC BAARLE-NASSAU
Postbus105, 5110AC BAARLE-NASSAU
Telefoon013-5075200
E-mailgemeente@baarle-nassau.nl
Websitewww.baarle-nassau.nl
Inwoners6600
Oppervlakte76 km2
Gemeenten
A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z